Voorlopige voorziening als spoedprocedure voor verklaring omtrent het gedrag
Indien de aanvraag voor een verklaring omtrent het gedrag wordt geweigerd, kunt u tegen deze beslissing binnen zes weken na dagtekening van het besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden ingediend bij het Centraal Orgaan Verklaring Omtrent het Gedrag (COVOG), de instantie die ook het besluit heeft genomen. Wilt u echter een spoedbeslissing van een rechter, dan kunt u in sommige gevallen ook gelijktijdig een verzoek bij de rechtbank indienen voor een voorlopige voorziening.
Op grond van art. 8:81 lid 1 Awb kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Wanneer iemand een spoedeisend belang heeft, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Met name wanneer de weigering van een verklaring omtrent het gedrag direct gevolgen heeft of kan hebben voor een baan, dan wordt een spoedeisend belang vaak wel aangenomen.
Ook in het geval er beroep is ingesteld bij de rechtbank kan de voorzieningenrechter worden gevraagd om een voorlopige voorziening te nemen. In dat geval kan de voorzieningenrechter op grond van art. 8:86 lid 1 Awb onmiddellijk uitspraak doen in de hoofdzaak, indien hij van oordeel is dat na de zitting nader onderzoek redelijkerwijs niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak.
Het aanvragen van een voorlopige voorziening is een bijzondere en ingewikkelde procedure. Het verzoekschrift moet aan alle formele eisen voldoen, en u moet op enig moment bij de rechtbank verschijnen. Het is belangrijk dat u zich hierbij laat bijstaan door een gespecialiseerde advocaat. Neem daarom onmiddellijk contact met ons op indien u met spoed alsnog wil proberen om een verklaring omtrent het gedrag te verkrijgen.