Strafbare feiten die geregistreerd worden op justitiële documentatie
In de artikelen 2 t/m 5 van het ‘Besluit justitiële gegevens’ is expliciet aangegeven welke strafzaken geregistreerd dienen te worden. Kortweg komt het erop neer dat, in alle gevallen waarbij iemand die 12 jaar of ouder is, als verdachte van een misdrijf wordt aangemerkt, er een registratie plaatsvindt in de justitiële documentatie. Dit geldt ook voor een groot aantal overtredingen, maar daarbij is wel sprake van een ‘ondergrens’. Er moet sprake zijn van een vrijheidsstraf, een voorwaardelijke straf of de opgelegde boete/transactie moet tenminste 100 Euro bedragen. Muldergedragingen, die via het bestuursrecht worden afgedaan, zoals de verkeersovertredingen worden niet geregistreerd op de justitiële documentatie. Ernstige verkeersovertredingen zoals > 30 km/u weer wel.
Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens
Artikel 2
Met betrekking tot misdrijven worden als justitiële gegevens aangemerkt de in de artikelen 6 en 7 vermelde gegevens van zaken waarvan het proces-verbaal door het openbaar ministerie of de procureur-generaal bij de Hoge Raad op grond van artikel 76 van de Wet op de rechterlijke organisatie in behandeling is genomen.
Artikel 3
Met betrekking tot overtredingen worden als justitiële gegevens aangemerkt:
a. de in de artikelen 6 en 7, eerste lid, vermelde gegevens van zaken waarin het openbaar ministerie een beslissing tot afdoening van de zaak heeft genomen met uitzondering van de beslissing tot uitvaardiging van een strafbeschikking waarin uitsluitend een geldboete wordt opgelegd die minder dan € 100,– beloopt alsmede de beslissing tot niet verdere vervolging van de zaak, tenzij voorwaarden zijn gesteld aan laatstgenoemde beslissing;
b. de in de artikelen 6 en 7, eerste lid, vermelde gegevens van zaken waarin de rechter een al dan niet herroepelijke beslissing heeft genomen voorzover een taakstraf of een vrijheidsstraf, anders dan vervangende, is opgelegd of een geldboete van minimaal € 100,– alsmede de zaken waarin een bijkomende straf is opgelegd.
Artikel 4
1. In afwijking van artikel 3 worden met betrekking tot de in het tweede lid genoemde overtredingen als justitiële gegevens aangemerkt de in de artikelen 6 en 7 vermelde gegevens van zaken waarvan het proces-verbaal door het openbaar ministerie in behandeling is genomen.
2. De overtredingen, bedoeld in het eerste lid, zijn:
a. de overtredingen betreffende de algemene veiligheid van personen en goederen, genoemd in Titel I van het Derde Boek van het Wetboek van Strafrecht;
b. de overtredingen betreffende de openbare orde, genoemd in Titel II van het Derde Boek van het Wetboek van Strafrecht;
c. de overtredingen inzake fraude, bedoeld in de artikelen 447c en 447d van het Wetboek van Strafrecht;
d. de overtreding betreffende de zeden, genoemd in Titel VI van het Derde Boek van het Wetboek van Strafrecht;
e. de ambtsovertredingen, genoemd in Titel VIII van het Derde Boek van het Wetboek van Strafrecht;
f. de overtredingen van de Wet op de economische delicten;
g. de overtreding van artikel 30, eerste, tweede en vierde lid, juncto artikel 2 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;
h. de overtreding van artikel 34, derde lid, juncto artikel 2 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;
i. de overtreding van artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
j. de overtreding van artikel 110, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, voor zover de overtreding is gepleegd met een voertuig voor het besturen waarvan een rijbewijs is vereist;
k. de overtreding van artikel 5.6.8, eerste lid, Regeling voertuigen, indien de maximumconstructiesnelheid met meer dan 15 kilometer per uur is overschreden;
l. de overtreding van de artikelen 19, 20, aanhef en onder a en b, 21, aanhef en onder a en b, 22, aanhef en onder a, b, d, e, f en g en 62 juncto bord A1 of A3 van bijlage 1, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, voor zover voor de overtreding geen administratiefrechtelijke sanctie wordt opgelegd;
m. de overtreding van artikel 8.06, eerste lid, van het Binnenvaartpolitiereglement en artikel 5.01 Binnenvaartpolitiereglement juncto verkeersteken B6 of een bekendmaking met dezelfde strekking als een verkeersteken als bedoeld in artikel 13 Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer voorzover het betreft kleine schepen, elk indien de maximumsnelheid met meer dan vijfentwintig kilometer per uur is overschreden;
n. de overtredingen van de Vreemdelingenwet 2000;
o. de overtredingen van de Wet op de kansspelen;
p. de overtredingen van de Wet wapens en munitie;
q. de overtredingen van de Drank- en Horecawet;
r. de overtredingen van de Flora- en faunawet;
s. de overtredingen, bedoeld in artikel 35b, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet.
3. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op zaken die door de procureur-generaal bij de Hoge Raad in behandeling zijn genomen en waarvan de Hoge Raad ingevolge artikel 76 in eerste instantie en tevens in hoogste ressort kennis neemt.
Artikel 5
1. Als justitiële gegevens worden aangemerkt de strafbeschikkingen uitgevaardigd op grond van de artikelen 257b en 257ba van het Wetboek van Strafvordering, met uitzondering van de met betrekking tot overtredingen uitgevaardigde strafbeschikkingen waarin een geldboete wordt opgelegd die minder dan € 100 beloopt.
2. Als justitiële gegevens worden aangemerkt de strafbeschikkingen terzake van misdrijven, uitgevaardigd krachtens de artikelen 76 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en 10:15 van de Algemene douanewet.
3. Artikel 7, eerste lid, onderdelen c en h, is van overeenkomstige toepassing.
< Terug naar Verklaring omtrent het gedrag